CANS

Wat is CANS?
CANS is de afkorting voor Complaints of Arm Neck and/or Shoulder. CANS is dus een verzamelnaam voor klachten aan de arm, nek en/of schouder. Onder de specifieke CANS vallen in principe 23 aandoeningen, deze zijn hierbij duidelijk te omschrijven. Denk bij specifieke CANS aan bijvoorbeeld een bicepspees tendinose, een cervicale hernia (hernia in de nek) of een instabiliteit van de schouder. Zoals je leest is CANS dus vrij ‘allesomvattend’. CANS is een typering voor werkgerelateerde aandoeningen die behandeling behoeven. Naast de specifieke aandoeningen van CANS is er ook nog een groep A-specifieke CANS. Bij A-specifieke CANS is er meestal geen medische oorzaak te vinden.

CANS symptomen
Bij CANS is er meestal sprake van pijn, stijfheid, onhandigheid, krachtsverlies en tintelingen (soms ook doof gevoel) in uw arm, nek en/of schouderregio. Dit kunt u ook voelen in uw handen en vingers. De CANS symptomen zijn te onderscheiden in 3 stadia:

1. Beginklachten stadium
Klachten aan de arm, nek en/of schouderregio kunnen optreden tijdens bezigheden. U kunt hierbij tintelende, gevoelige of vermoeide gevoelens krijgen. Meestal verdwijnen de problemen na een rustperiode. Klachten kunnen in dit stadium ook op het werk gaan optreden.

2. Vervolgklachten stadium
Nu de klachten niet alleen meer op het werk gevoeld worden kunnen nu ook tijdens andere dagelijkse activiteiten en zelfs tijdens rust de klachten gaan optreden. Er is geen duidelijke relatie meer met het uitvoeren van bepaalde taken. Klachten kunnen zijn: licht tintelend gevoel, brandende pijn en soms krachtsverlies. Uw arm, nek, schouders, polsen en handen kunnen overgevoelig zijn of juist gevoelloos. De klachten verdwijnen niet meer bij normale rust. Mocht u deze klachten herkennen dan is het aan te raden contact op te nemen met uw huisarts, bedrijfsarts of fysiotherapeut.

3. Stabiele stadium
Hieronder vallen de aanhoudende klachten die (vrijwel) niet meer verdwijnen. Activitetien met armen en handen zijn hierin vrijwel nauwelijks mogelijk zonder klachten te hebben. Iets kleins oppakken kan zelfs al zorgen voor flinke pijn. In dit (vergevorderde) stadium is behandeling traag effectief. Het herstel vergt veel tijd.

Hoe ontstaat CANS?
Kortdurende klachten kunnen het gevolg zijn van een duidelijke aanleiding, bijvoorbeeld spierpijn na het sporten. Meestal gaan deze klachten na enkele dagen weer over, deze klachten vallen in principe niet onder CANS. De langdurige klachten aan de arm, nek en/of schouder vallen wel onder CANS en zijn onder te verdelen in specifieke (de 23 mogelijke aandoeningen) en a-specifieke klachten (waarbij geen medische oorzaak te vinden is).

CANS risicofactoren
Op verschillende manieren kunnen CANS klachten zich ontwikkelen.

1. Fysieke lichamelijke belasting

CANS kan ontstaan wanneer vaak dezelfde beweging wordt gemaakt. Een spiergroep of een pees kan hierbij geirriteerd raken. Bij het continue kracht zetten in een onnatuurlijke (of ongemakkelijke) houding kan al snel tot een overbelasting van de spieren leiden.

2. Psychosociale belasting

Vaak wordt CANS ook geconstateerd bij mensen met een hoge spychische belasting. Denk hierbij aan werkstress, een hoog werktempo en hoge werkdruk / mentale eisen. Dit kan in combinatie met een slechte werkorganisatie of verstoorde werksfeer leiden tot een verhoogde spierspanning. Deze spanning manifesteert zich daarbij als CANS en kan voor langere tijd aanhouden (als er niks zal veranderen in de werksituatie).

3. Persoongebonden factoren

Er is een gedachtegang dat een perfectionistische instelling en iemands fysieke en mentale belastbaarheid een individuele factor is dat zich kan uiten in CANS klachten.

CANS i.c.m. werk en uw dagelijkse activiteiten
CANS klachten komen vrij vaak voor bij mensen die een administratieve functie hebben. Daarnaast worden klachten aan de arm, nek en/of schouder (CANS) ook in de industrie, vleessector of bouwnijverheid gezien. Naast werkgerelateerde situaties zijn ook dagelijkse activiteiten van invloed op het ontwikkelen van CANS klachten. Denk hierbij aan:

  • Het huishouden doen
  • Het bespelen van een muziekinstrument (vaker bij viool, gitaar e.d.)
  • Het bespelen van tennis

Er vindt altijd een relatie plaats tussen het werk en uw dagelijske activiteiten. Enerzijds kunnen de klachten die zijn opgelopen buiten uw werk zorgen voor een storende factor op het werk en anderzijds kunnen klachten die u heeft opgelopen op het werk storend zijn voor het uitoefenen van uw dagelijkse activiteiten buiten uw werk.

CANS behandelplan
De 23 aandoeningen die vallen onder de specifieke categorie van CANS kunnen vaak verholpen worden met een specifieke behandeling. Zoals u kunt begrijpen zullen a-specifieke klachten zonder duidelijke medische oorzaak/aanleiding niet makkelijk zijn om een passende behandeling te kiezen. Belangrijk bij CANS is om middels oefentherapie de spieren op een juiste manier in te spannen en te ontspannen. Is CANS hetzelfde als RSI?

In 2004 hebben Nederlandse behandelaars onderling afgesproken dat de term CANS gebruikt gaat worden voor klachten met een duidelijke medische oorzaak (de 23 specifieke klachten). Zodoende hanteren behandelaars voortaan de term CANS in plaats van RSI. RSI roept namelijk onduidelijkheid en negatieve associaties op die met RSI samenhangen. Daarnaast suggereert RSI (repetive strain injury = herhalende belasting beschadiging) dat er sprake is van een beschadiging, maar dit is bijna nooit het geval bij CANS. Klachten kunnen namelijk ook ontstaan door constante belasting. Voor eenduidigheid (en het spreken van 1 medische taal) is er daarom het CANS-model opgezet. Middels dit model kunnen behandelaars stap voor stap onderzoeken welke aandoening (de 23 specifieke aandoeningen) wellicht bij u van toepassing zijn.

Specifieke CANS klachten
Zoals al eerder beschreven zijn er een 23-tal aandoeningen die onder de specifieke CANS vallen:
  1. Bicepspees tendinose
  2. Bursitiden rond de elleboog
  3. Carpaletunnelsyndroom
  4. Cervicale hernia
  5. Cubitaletunnelsyndroom
  6. Ziekte van Dupuytren
  7. Epicondylitis lateralis (tenniselleboog)
  8. Epicondylitis medialis (golferselleboog)
  9. Frozen shoulder
  10. Guyon kanaalsyndroom
  11. Instabiliteit van de schouder
  12. Instabiliteit van de elleboog
  13. Scheur in het labrum glenoidale
  14. Lokale artritis (geen RA) in een gewricht van de bovenste extremiteit
  15. Oarsman’s wrist
  16. Radialetunnelsyndroom
  17. Raynaud’ fenomeen
  18. Rotator cuff scheuren
  19. Subacromiaal impingementsyndroom (rotator cuff syndroom, tendinosen en bursitiden rond de schouder)
  20. Sudeckse dystrofie
  21. Suprascapulaire compressie
  22. Triggerfinger
  23. Ziekte van De Quervain

Benieuwd wat we voor u kunnen betekenen?

Neem contact met ons op